In mijn bericht gericht d.d. 17 juli 2020 aan o.a. de Raad van State het volgende:
Geachte en getrouwe lezer,
Nu lees ik een artikel in het AD waaruit ik opmaak dat er mogelijk sprake is van ‘deals in achterkamers’ tussen het Openbaar Ministerie en het collegebestuur Rotterdam. Wethouder Gils schijnt iets te hebben gelekt, maar burgemeester A. Aboutaleb denkt hier anders over. De vraag is dan ook wat dit gaat betekenen voor de burger.
In augustus 2018 sprak ik van een vermoeden van ouderenmishandeling, want ook in oude beschavingen vond dit plaats doordat beleid en regelgeving niet voldoende aansloot op de algemene rechtsbeginselen. Doordat een aantal mensen uit landen komen waar hun uitoefening van godsdienst niet aansluit op de algemene rechtsbeginselen kan dit een oorzaak zijn voor inbreuk op het gelijkwaardigheidsbeginsel. De gevolgen zijn dat autochtonen en voornamelijk mannen (als eerste) van het recht worden geroofd.
Dit en andere ontwikkelingen leveren het vermoeden van Aanslag tegen het Rijk op. Met ondernomen wordt niet gedoeld op voorbedachte rade, maar is bijvoorbeeld het gevolg van nalatigheid en personeelsbeleid. Nu kan het zijn dat de maatschappij-ontwrichtende schade sommige ondernemers in de kaart werkt; dit zijn de wegkijkers en witwassers of leiders met een persoonlijkheidsstoornis. Slecht of zelfs ontsporend leiderschap zoals vastgesteld bij Stichting ‘Zorg’ is a) een verdienmodel en b) een oorzaak van een groeiend conflict.
Bekend is dat de heer A. Aboutaleb staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid was in de periode vooraf aan het burgemeesterschap, ten tijde dat de Wet maatschappelijke ondersteuning effectief werd. Doordat het aan kwaliteit ontbrak of ineffectief was levert dit het vermoeden op dat het niet aan de noodzakelijk spelregels voldoet. Na 13 jaar en ik word met een mandaat van de burgemeester, zo beweert de agent of hulpofficier van justitie, wederom uit huis gezet rijzen er twijfels over zijn functioneren.
Spreken wij van Aanslag tegen het Rijk, dan krijgt de Lid-staat ook internationaal problemen. Dit kan een verklaring zijn voor het gegeven dat ook de juridische infrastructuur tekort schiet, al is sprake van andere en eerdere ontwikkelingen uit de jaren tachtig. Behalve dat sprake is van een vorm van ouderenmishandeling waaruit fraude, uitbuiting en georganiseerde criminaliteit binnen de keten van werk en inkomen (arbeidsuitbuiting, mensensmokkel en grootschalige fraude op het terrein van de sociale zekerheid), heeft Stichting ‘Woon’ het vermoeden geleverd een wettelijk voorschrift te schenden, waaruit een strafbaar feit.
Niet alleen binnen het Juridisch Loket is sprake van dwang of gedwee maken en demoraliseren, ook binnen Stichting ‘Woon’ was hiervan sprake als ik goed nadenk, ten tijde dat ik na de scheiding gedwongen was een woning te aanvaarden waarvan de huur uiteindelijk niet op te brengen was – artikel 30 en 31 Europees Sociaal Handvest (geldend sinds 1 juli 2006). Dit levert het vermoeden op van schending door Lid-staat van omzetten van verplichting tot omzetting van richtlijn, maar ook van ongerechtvaardigde verrijking door ketenpartners. Dit ontstaat in de persoonlijke situatie nadat ik door één gebeurtenis als een echtelijke scheiding in sterke mate afhankelijk ben geworden of gemaakt van de Maatschappelijke Organisatie Rotterdam.
Rechtsgangen, klachtprocedures en andere vormen van toezicht zijn niet voldoende.
Beslissend is de cultuur van werken bij overheidsinstanties en functionarissen die in de rechtsstaat een sleutelrol vervullen. Versterking van rechtsstatelijkheid hangt dus ook af van alertheid, respect voor rechterlijke onafhankelijkheid en constitutioneel besef. De officier van justitie bij het Openbaar Ministerie Rotterdam ziet echter geen reden bij te sturen of in te grijpen maar geeft ook aan geen bevoegdheid te hebben aangaande het beleid binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning. Bedenk dat functionarissen die in de rechtsstaat een sleutelrol vervullen in een aantal gevallen een islamitische achtergrond hebben, maar mogelijk ook onheus worden bejegend. Delict en dader(s) laten zich moeilijk identificeren, toch moet de Lid-staat ervoor zorgen dat dit soort ondermijnende praktijken niet alleen een nationaal probleem wordt, maar ook een bedreiging vormt voor Europese samenwerking en de internationale samenleving.
Dit gegeven laat zien dat er redenen zijn om Ir. A. Aboutaleb niet nog een termijn te laten uitdienen. Er zijn dan redenen om een maximum te stellen aan het termijn van een bestuurder of top-functionaris, of er moet een specifieke toetsing komen/zijn. Niet alleen voelen bepaalde bevolkingsgroepen en/of leeftijdsgroepen zich van het recht beroofd, het is ook een voldongen feit. Zoals gezegd, het hoeft geen voorbedachte rade te zijn, maar een gebrek aan competentie en vaardigheden kan leiden tot Aanslag tegen het Rijk of oorzaak zijn van een autocoup met alle gevolgen van dien. Het kan een ‘slechte gewoonte’ zijn, zonder dat de bestuurder zich daar voldoende van bewust is. Dit kan oorzaak zijn van wanbeleid of wanbestuur op bepaalde rechtsgebieden of oorzaak zijn van het verdringen van de bestaande regering als bij een staatsgreep.
De praktijk van enkelen kan niet alleen de reputatie van burgers maar ook van het Koninkrijk in gevaar brengen.
Bekend is dat de heer A. Aboutaleb lid is of was van de Partij van de Arbeid, een partij die de laatste jaren meermaals sociale zekerheden voor o.a. werklozen heeft uitgehold. Het recht op sociale, wettelijke en economische bescherming wordt door beleid en regelgeving door de uitvoerende macht geschonden op een manier dat het vermoeden van discriminatie oplevert dat voortkomt uit maatregelen waardoor bijvoorbeeld artikel 1 Grondwet ondermijnd wordt.
Doordat de rechter zijn of haar plicht verzuimt wordt de uitvoerende macht niet tijdig, niet geheel of niet correct gecorrigeerd. Het mechanisme dat tekorten in de rechtsstaat moet corrigeren is door handelen van betrokken overheidsorgaan zelf onklaar gemaakt, hetgeen het vermoeden van een ambtsmisdrijf of staatsmisdrijf oplevert. Dit wordt ook de nieuwkomer zo aangeleerd!
Daarvoor gaarne uw aandacht!
Met vriendelijke groet,